In 1978 en in 1979 reed Sheene op de zwart/rood/gele Heron Suzuki. Na 2 Wereld kampioenschappen in de 500 cc klasse kreeg hij in deze jaren heftige tegenstand van de Amerikaan Kenny Roberts Snr. King Kenny kreeg het voor elkaar om 3 keer achter elkaar Wereldkampioen te worden in de koningsklasse op een Yamaha. Barry Sheene werd in 1978 tweede achter Roberts en voor de man uit Venezuela Johnny Cecotto. Wil Hartog veroverde dat jaar de vierde plaats, ook op een Heron Suzuki.
In 1979 streed Sheene tegen Roberts en Wil Hartog op het Engelse circuit van Silverstone ronden lang om de overwinning. In de laatste ronde kwam Sheene nog heel dicht bij de leider in de wedstrijd Kenny Roberts. Roberts won met een banddikte voorsprong en deze race zou later bekend staan als één van de spannendste races ooit. Ook in 1979 kreeg Roberts de titel in handen en Barry Sheene werd dat jaar derde in het kampioenschap achter de Italiaan Virginio Ferrari maar voor de Nederlandse topper Wil Hartog. Hartog pakte daarmee voor de tweede keer op rij de vierde plaats in het Wereldkampioenschap 500 cc. Boet van Dulmen pakte de zesde plaats en Jack Middelburg werd zevende.
In 1980 stapte Sheene, uit onvrede bij Suzuki, over op een Yamaha motor. Het jaar 1980 zal ingaan als het slechtste jaar voor Sheene in de 500 cc, hij eindigde op een schamele vijftiende plaats. Sheene zei het een keer zeer treffend: this bike is the biggest piece of shit where they’ve put wheels on. Roberts vierde zijn derde titel op een Yamaha maar direct daarna kwamen 5 Suzuki’s. De overstap naar Yamaha had dus duidelijk niet gebracht wat Sheene ervan had verwacht. Toch bleef hij bij Yamaha in 1981, op de Akai gesponsorde motor deed hij het een stuk beter. Sheene eindigde op een vierde plaats in de eindrangschikking. Wereldkampioen werd de Italiaan Marco Luccinelli voor Randy Mamola op de tweede en Kenny Roberts op de derde plaats.
In 1982 ging het nog beter met de carrière van Barry Sheene, tot het vreselijke ongeval op het circuit van Silverstone. Sheene kreeg een paar dagen voor de Grand Prix van Silverstone de beschikking over een Yamaha Factory V4. In de vrije training op woensdag ging het echter vreselijk fout. De Fransman Patrick Igoa viel van zijn motor, de motor ketste terug de baan op en werd geraakt door Sheene en ook door Jack Middelburg. Sheene brak zijn beide benen op meerdere plaatsen en een lange ziekenhuis sessie kwam er aan te pas om zijn benen te behouden. Vol platen en schroeven moest hij de rest van het seizoen thuis zitten.
In 1983 keerde Sheene terug op het oude vertrouwde nest. Na een aantal beloftes over goed materiaal besloot Barry om weer op een Suzuki uit te komen. Het werd niet wat hij er van verwachte. De motor bleek een oud model te zijn en het team kreeg de motor niet snel en betrouwbaar genoeg. In 1983 stond Sheene op de 14 de plaats in de eindstand van het Wereldkampioenschap. In 1984 probeerde hij het nog een jaar op Suzuki maar ook toen kwam Sheene er niet meer aan te pas in de uitslagen. De nog altijd immens populaire Sheene wilde mee strijden om de podium plaatsen. Toen hij merkte dat dit niet meer ging lukken besloot hij om op het eind van het seizoen 1984 te stoppen met zijn actieve wegrace carrière. De stand in het eindklassement was eigenlijk helemaal niet slecht, hij werd zesde. De loopbaan van Sheene bracht hem 2 wereldtitels en een hoop hele mooie overwinningen. Tevens heeft het hem een hele rits zware ongelukken opgeleverd met als diepte punten de val op Daytona in 1975 en de mega crash op Silverstone in 1982. Daarnaast kwam hij ten val in Frankrijk in 1980 wat hem een geamputeerde pink opleverde.
Barry Sheene was bij leven al een legende en werd door de Moto GP organisatie opgenomen in de Hall of Fame. Een legende is Sheene nog steeds ondanks het feit dat hij op drie-en vijftig jarige leeftijd aan kanker is overleden in zijn huis aan de Gold Coast in Queensland Australië.